Waarom is een bouwhistorisch onderzoek van een site of terrein verplicht?

Waarom is een bouwhistorisch onderzoek van een terrein verplicht?

Met een bouwhistorisch onderzoek van een te ontwikkelen grond kent u de vervuilingsrisico's en bepaalt u snel welke delen van de grond onderzocht moeten worden. Zo weet u welke analyses u moet uitvoeren en welke maatregelen u moet nemen, zoals een sanering.

Voor een ontwikkelingsproject is een bodemverontreinigingsonderzoek vaak verplicht, ongeacht of het terrein gebruikt zal worden voor bebouwing of als industriële site. Dat is bijvoorbeeld het geval voor een herwaarderingsproject van een reeds gebruikt terrein. Voor een grondige analyse moet er eerst een bouwhistorisch onderzoek van het terrein plaatsvinden.

Het bouwhistorische onderzoek achterhaalt de activiteit op een terrein

"Zo'n onderzoek legt bloot welke activiteiten er op de grond plaats hebben gevonden", legt Axelle Devos uit, verantwoordelijke voor bouwhistorische onderzoeken binnen ABV Development, het studiebureau gespecialiseerd in milieu, veiligheid en inrichting van terreinen. "Doel is om nauwkeurig te bepalen welke installaties en apparatuur zich in de loop der jaren op het terrein hebben bevonden, welke infrastructuur er heeft gestaan, welke technologieën zijn gebruikt, en ten slotte welke mogelijke bronnen van vervuiling er hebben bestaan die de bodem mogelijk hebben aangetast."

Lees ook - Wat houdt een bodemverontreinigingsstudie in?

 

Hoe wordt een bouwhistorisch onderzoek uitgevoerd? 

Voor een bouwhistorisch onderzoek raadpleegt ABV Development (naargelang de perimeter in kwestie) verschillende gegevensbronnen en vergelijkt het de gegevens, om zo de evolutie te kennen van de activiteiten die doorheen de tijd op een site hebben plaatsgevonden.

"We moeten dus teruggaan naar de eerste bestemming van een site, naar het moment waarop er enkel maar een onontgonnen terrein lag, om vervolgens te achterhalen welke evoluties de implantaties hebben gekend", aldus Axelle Devos. "Dat betekent dat we heel wat documenten moeten opsporen, bij verschillende bronnen. We kunnen een beroep doen op documenten die in handen zijn van de eigenaar, zoals notariële aktes of exploitatievergunningen of controlerapporten. We leggen ook contact met administratieve diensten, zoals voorgeschreven door de 'Guide de Référence pour l'Etude d'Orientation' van het Waalse Gewest."

Lees ook – Wanneer moet een bodemverontreinigingsonderzoek worden uitgevoerd?

 

Een bouwhistorisch onderzoek uitvoeren op basis van een groot aantal bronnen

Voor deze bronnen denken we bijvoorbeeld aan de gemeentearchieven, het kadaster, de stedenbouwkundige dienst of het 'cadre de vie' (leefomgeving) van het Waalse Gewest, plus een aantal federale administratieve diensten.

"De Géoportail-website van Wallonië bevat oude kaarten waarmee we terug kunnen tot in de 18de eeuw", zo vervolgt Axelle Devos. Voor dit onderzoekswerk kunnen we ook terugvallen op waarnemingen op het terrein zelf, onderzoek van zichtbare elementen ter plaatse, het volgen van de visuele of olfactorische perceptie van vervuiling, door het verzamelen van mondelinge getuigenissen van vroegere werknemers of van omwonenden... En al dat onderzoek moet gedocumenteerd worden."

Lees ook - Het belang om een bodemonderzoek uit te voeren vóór de start van de bouw

Experts moeten dus voor elk perceel een bouwhistorisch onderzoek uitvoeren. Hiervoor moeten ze zo nauwkeurig mogelijk de evolutie achterhalen van de activiteiten op de site en de mogelijke incidenten opsommen die er hebben plaatsgevonden.

"Een industriële site kan op enkele decennia tijd een hele evolutie doormaken naargelang de investeringen die er hebben plaatsgevonden", zo drukt Axelle Devos ons op het hart. "Sommige complexe dossiers die we behandelden, bijvoorbeeld van oude steenkoolmijnen of grote historische industriële sites, vergden letterlijk en figuurlijk zeer diepgaand onderzoek met enorm uitgebreide archieven."

De documenten verzamelen en een interpretatie opstellen

Met een bouwhistorisch onderzoek worden alle elementen in een dossier verzameld. Als er voor bepaalde langere periodes gegevens ontbreken, moet de expert deze identificeren en rechtvaardigen.

"De expert moet niet alleen het dossier samenstellen met de nodige documenten, maar moet de gegevens ook interpreteren en het belang van de verzamelde elementen inschatten", zo legt Axelle Devos uit. "Op basis van de geïdentificeerde historische activiteiten kunnen we bepalen welke risico's er bestaan qua bodemverontreiniging. Door de beschikbare plannen te bestuderen en met elkaar te vergelijken volgens de voorgeschiedenis van de site, is het bovendien makkelijker om de risico's in kaart te brengen en om nauwkeurig te bepalen waar we moeten boren om analyses uit te voeren."

Dit alles leidt tot een synthese die het hart vormt van het oriëntatieonderzoek.

Al dan niet saneren hangt af van de oorsprong van de verontreiniging

Met dit onderzoek kunnen we bij een verontreiniging bovendien bepalen of deze van historische aard is (dus dateert van vóór 30/4/2007), dan wel of het om een nieuwe verontreiniging gaat (en na deze datum ontstaan is). Afhankelijk daarvan kunnen we vaststellen of een saneringsproject van de bodem al dan niet noodzakelijk is.

"Bij een historische verontreiniging is een sanering bijvoorbeeld niet nodig als de expert bepaalt dat deze verontreiniging geen ernstige bedreiging vormt (dus dat er geen milieu- of gezondheidsrisico's bestaan)", legt Axelle Devos uit.

Derniers articles

Deze website maakt gebruik van cookies. Door gebruik te blijven maken van de website, geef je aan hiermee akkoord te gaan. Graag meer info OK https://www.abv-development.com/nl/wettelijke-vermeldingen/